Omschrijving |
Met dit keuzedeel leert de beginnend beroepsbeoefenaar objecten maken of vormen met materialen uit de directe omgeving. Er worden vrijwel geen niet-vergankelijke materialen gebruikt. Werken met materialen rechtstreeks uit de natuur zoals zand, aarde, hout, blad, bloemen, vruchten en steen worden gebruikt om een direct verband te zoeken tussen natuur en cultuur. De materialen die toegevoegd worden voor o.a. vormgeving, kleuren, bevestiging en het creëren van accenten zijn op natuurlijke basis. Alle gevormde objecten worden weer teruggeven aan de natuur door het verloop van tijd en weersomstandigheden. |